Hoe logistieke partnerschappen steden leefbaarder maken
Enkele jaren geleden ging ik uit eten met Florian, mijn tegenhanger bij L'Oréal. We hadden het over de problemen waarmee we worden geconfronteerd in de logistiek. We waren het erover eens dat leveringen in de stad een belangrijk probleem vormen, omdat ze de levenskwaliteit in onze steden negatief beïnvloeden door geluidsoverlast en koolstofvervuiling. Zo kwamen we op een idee: waarom geen gezamenlijke leveringen trachten te organiseren, zodat we minder bestelwagens moeten uitsturen? Het idee bleef hangen, we bespraken het met onze respectieve managers, en de gezamenlijke leveringen in Brussel werden werkelijkheid. Hiermee hebben we een - weliswaar kleine - impact gecreëerd.
Gelet op de enorme omvang en complexiteit van het logistieke netwerk bij Proximus, denk je misschien dat de impact van een project zoals onze gezamenlijke leveringen met L'Oréal slechts een druppel op een gloeiende plaat is. Misschien denk je dat onze activiteiten koolstofneutraal maken via dergelijke projecten onbegonnen werk is. Wel, ik hoop zeker het tegendeel te bewijzen, want we streven ernaar om onze hele logistieke keten koolstofneutraal te maken tegen 2030. En er is meer: ik wil jullie overtuigen dat het wellicht makkelijker is dan je denkt.
OK, misschien is makkelijk niet het juiste woord - maar de eerste stap zetten is niet zo moeilijk als het lijkt. De sleutel hiertoe is een duidelijke visie en solide partnerships die voor alle partijen toegevoegde waarde opleveren, terwijl het prijskaartje onder controle blijft. Dat doen we bij Proximus op verschillende manieren. We werken bijvoorbeeld samen met onze leveranciers om de verpakking en het transport efficiënter te maken en onze magazijnpartner gebruikt een mix van lokale groene energie en zonnepanelen om ons magazijn van stroom te voorzien.
Maar vandaag wil ik wat dieper ingaan op de manier waarop we leveringen binnen de stad aanpakken. Concreet wil ik aantonen hoe grote bedrijven kunnen helpen onze steden leefbaarder te maken. Als inwoner van Brussel zie ik elke dag met lede ogen hoe leveringen onze straten doen dichtslibben en de lucht die we inademen vervuilen. Vandaag maken leveringen gemiddeld bijna 30% van het stadsverkeer uit. Maar er zijn betere manieren om dat te doen.
Een ervan is het gebruik van fietskoeriers voor kleinere leveringen. Dit is in vele opzichten een win-win: niet alleen maakt het leveringen koolstofneutraal, in grote steden zijn fietsers vaak ook veel sneller ter plaatse dan bestelwagens of vrachtwagens. De leveringen zijn groener en efficiënter, en de koeriers zelf zijn gelukkiger, omdat ze niet vast komen te zitten in het verkeer en niet hoeven te vechten voor een parkeerplaats. Een bijkomend voordeel is dat we kleine starters die dergelijke diensten verlenen, kunnen steunen, zolang ze dit op een faire manier doen: met correct tewerkgestelde en verzekerde werknemers.
Een tweede manier om leveringen efficiënter te maken is door de goederenstromen die een stad binnenkomen te consolideren en samen te verdelen - zoals ons project met L'Oréal, maar dan op veel grotere schaal. Deze aanpak biedt heel wat voordelen: een groter volume aan de goederen betekent dat we de kosten onder controle kunnen houden, en het maakt elke rit kostenefficiënter voor onze leveringspartners. Door de verscheidenheid aan goederen zijn fietsleveringen niet altijd haalbaar, maar de combinatie van fietsen en groene voertuigen houdt de koolstofvoetafdruk beperkt. Daarnaast is er het feit dat slechts één voertuig rondrijdt in plaats van meerdere van verschillende bedrijven.
Deze aanpak passen we momenteel toe in het zopas gelanceerde CULT-project in Antwerpen. Dit acroniem staat voor 'Collaborative Urban Logistics & Transport', en dat is precies wat het is: een plug-inplatform dat het heel makkelijk maakt voor nieuwe partners om zich aan te sluiten bij het model voor gezamenlijke levering. We hebben ook de steun van de stad Antwerpen, wat betekent dat we iets voor elkaar kunnen betekenen: de stad kan ons helpen de beste mobiliteitsoplossingen te vinden, terwijl wij actief kunnen bijdragen om het dichtslibben en de vervuiling in het centrum te verminderen. Een win-win dus.
Er is veel enthousiasme voor dit soort samenwerking, zoals blijkt uit het feit dat we zijn gestart met grote namen als Danone, Delhaize, Jacobs Douwe Egberts, Pro-Duo, Telenet en Schoenen Torfs. Ja, je leest het goed: we werken samen met Telenet, onze grootste concurrent, om dit project te realiseren. Er is genoeg gelegenheid voor concurrentie in andere domeinen; we vinden dat dit beter niet gebeurt in de straten van onze steden. Als we tot een duurzamer leveringsmodel kunnen komen door samen te werken, dan moeten we dat zeker doen.
Wat wil ik dat je meeneemt van deze post? De belangrijkste boodschap is wellicht deze: als je een kans ziet om een duurzame verbetering tot stand te brengen, doe het dan gewoon. Praat erover met je collega's. Zet een proefproject op. Probeer het uit. Je hebt niets te verliezen en zoveel te winnen - en dit geldt voor bedrijven, steden en burgers.
